Recensies over Jezus volgens Johannes



Er zijn verschillende recensies verschenen over Jezus volgens Johannes, waarvan sommige slechts formeel een uiterlijke beschrijving geven, en andere meer op de inhoud ingaan. Hier neem ik er drie van op.


>> Recensie ds. J. Sijtsma

>> Recensie ds. C. Harinck

>> Recensie prof.dr. R. Roukema



Dr. Van Kampen en zijn uitleg van het Evangelie volgens Johannes
door ds. Jenno Sijtsma
gepost op de website van boekhandel Westerhof 07aug2017

Het gaat er mij in dit boek niet om of de lezer gelooft in wat Johannes schrijft, maar het gaat er mij om te laten zien wat Johannes precies vertelt, dat hij hier (Joh. 18 : 5,6) vertelt dat Jezus iets doet dat alleen God kan. Johannes beschrijft in deze tekst iemand die de manifestatie, de verpersoonlijking, de godsglans, de ‘persoon’ van God zelf is, ofwel: die God zelf is. Johannes laat er vanaf het allereerste vers (‘en het woord was God’) geen misverstand over bestaan dat hij van mening is dat ‘Jezus` de openbaring in deze wereld is van God zelf, ‘de Vader en ik zijn één’.

Dat schrijft dr. Lieuwe van Kampen op pagina 298 van zijn boek Jezus volgens Johannes. Door heel het boek heen spreekt hij deze enorm belangrijke woorden uit. Ik zal u niet vermoeien met de veelheid aan pagina’s daaromtrent te noemen, maar als ik de aantekeningen bekijk die ik de vele maanden dat ik met dit prachtige boek bezig ben geweest bezie, wil ik u toch een enkel citaat niet onthouden. Hij schrijft over Jezus in wie de Vader huist, en die zich terecht gelijk stelt aan God, want Hij komt van God en is God. Door heel het Evangelie wordt steeds weer dat accent gelegd op het feit dat Jezus God zelf is. Hij is de verpersoonlijking van God. De Vader en de Zoon zijn één en de Geest en de Vader en de Zoon zijn één. Kortom: in Jezus hebben we met God zelf te maken. En om toch een lang citaat hier weer te geven, bij de uitleg van 8: 37 schrijft Van Kampen: “Waarom willen mensen (hedendaagse lezers, waaronder christenen) ontkennen dat hier een directe verwijzing is naar de Godsnaam, terwijl de tekst zelf laat zien dat ook ‘de Joden` het als zodanig opvatten? Waarschijnlijk omdat men het nog steeds moeilijk vindt – niet waar wil hebben – dat Jezus zich hier met God vereenzelvigt. Maar dat is vreemd, want wat kan het niet-gelovigen (niet-christenen, atheïsten) schelen dat een tekst van tweeduizend jaar geleden iets dergelijks beweert? Maar er zijn ook veel christenen die het ontkennen, omdat zij Jezus zien als een vriendelijke rabbi die aardige dingen zei. Maar die persoon komen we in Johannes niet tegen. Jezus doet in deze tekst geen enkele poging aardig gevonden te worden, populair te worden, goede kijkcijfers te halen, empathisch te reageren op zijn gesprekspartners en veel aanhangers te winnen. Dat wordt zo vaak vergeten…Zijn uitspraken zijn keer op keer autonome uitspraken van goddelijke aard en oorsprong, die geen discussie vergen en dulden, maar die het gebrekkige aantonen van alle menselijke, wereldlijke, wereldse regels, cultus, religie en wat dies meer zij”. Ik proef als het ware de ingehouden woede dat christenen, nog steeds aan dit belangrijke Bijbelse gegeven, want van goddelijke oorsprong, voorbij gaan. Waarom toch!

Accent
Waar het de auteur in zijn uitleg van het Evangelie volgens Johannes in principe om gaat, maakt hij ook helder door regelmatig te benadrukken dat wat hij uitlegt zo in het Evangelie staat. Het is dus in principe geen uitleg van Van Kampen, want wat hij uitlegt staat er zo! De evangelist Johannes gaat het voortdurend om de identiteit van Jezus en hij wil niet anders dan de lezers duidelijk maken dat hun leven afhangt van hun geloof in deze Persoon, Gods Zoon. In zijn evangelie komt het woord geloven dan ook tien keer vaker voor dan in ieder van de andere evangeliën. Het gaat door alles heen om Jezus, en om wie Jezus is, en al de andere personen zijn in wezen figuranten. Want juist omdat Jezus God Zelf is kan hij de woorden spreken die hij zegt en de wonderen doen die hij doet. Dat is typisch alleen iets dat God doet en God alleen maar kan doen. En omdat alleen God dat kan doen is het geloof in Jezus een uitdaging voor het leven hier en nu. Zonde is dan ook niet het overtreden van een of andere regel, maar het doelbewust weigeren te geloven in God en in Jezus, zijn gezondene. Om Van Kampen zelf aan het woord te laten: ” Het gaat om een levende verhouding tot deze Zoon van God, die ons het echte leven kan geven, het leven dat voorafgaat aan ons biologische leven en dat, als ons biologische leven ophoudt, ons leven is” .

De eigen vertaling
Van Kampen heeft meegewerkt aan de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) en vindt dat die ook een ‘goede en mooie weergave van het Johannesevangelie geeft’, maar toch koos hij voor een eigen vertaling. Reden: hij wil voor iedereen die er belang in stelt laten zien wat er in de Griekse tekst staat en vaak ook hoe het er staat, soms ook op welke manier het Grieks iets zegt en welke verbanden er zijn die alleen in het Grieks zichtbaar zijn. Hij vindt vertalen een boeiend vak, maar vertalen is nu eenmaal altijd kiezen uit verschillende mogelijkheden. Zo is, om een voorbeeld te noemen, de vertaling van voorzetsels van één taal in een andere een berucht probleem, omdat het gebruik ervan per taal verschilt. Voor Van Kampen betekent dat dan ook, dat hij altijd probeert de tekst zoals die er ligt te verklaren en dan pas te kijken of er andere mogelijkheden zijn. Het gaat bovenal dus om wat er staat en om onbevangen de tekst te lezen. Veelal, zo merkt Van Kampen op, zijn we gewend om vanuit onze eigen tijd terug te kijken naar deze tweeduizend jaar oude tekst met alle kennis die we hebben, met alle gevolgen van dien.

Aantekeningen
Op veel bladzijden wordt door middel van een sterretje verwezen naar de aantekeningen bij de vertaalkeuzes. Maar liefst vijfenvijftig pagina’s worden met die boeiende informatie gevuld. Het boek leest uiterst plezierig en voor wie daarin geïnteresseerd is geven die aantekeningen veel achtergrondinformatie met betrekking tot de vertaling en andere zaken. Veel valt er over dit commentaar nog te zeggen, maar bovenstaande is uitsluitend bedoeld om u nieuwsgierig te maken naar dit – voor mij zeker – indrukwekkende en verrijkende boek. Voor theologen en meelevende christenen in elk opzicht een boek van formaat.

Jezus volgens Johannes, door Lieuwe van Kampen
Uitg. Jongbloed, 421 pag’s, Prijs € 24,95, ISBN: 9789085250524


Johannes zag Jezus van meet af aan als Zoon van God
ds. C. Harinck, Reformatorisch Dagblad 17-11-2016

Hebben de eerste christenen Jezus vergoddelijkt? Dr. Lieuwe van Kampen laat in ”Jezus volgens Johannes” zien dat uit het evangelie van Johannes blijkt dat Jezus vanaf het begin van Zijn optreden geleerd heeft dat Hij de Zoon van God is.

Dr. Van Kampen is nieuwtestamenticus en docent aan de Universiteit Utrecht. Hij heeft een lijvig boekwerk geschreven waarin hij het evangelie naar de beschrijving van Johannes uitlegt. Hij wil laten zien dat Johannes nadrukkelijk aangeeft dat Jezus uit Nazareth God Zelf is. Daarmee keert hij zich als nieuwtestamenticus tegen de vele critici die stellen dat in de eerste christengemeenten de aardse Jezus is vergoddelijkt.

In zijn boek stelt dr. Van Kampen dat uit het evangelie van Johannes blijkt dat Jezus vanaf het begin van Zijn optreden geleerd heeft dat Hij de Zoon van God is. De latere gemeente heeft Jezus niet vergoddelijkt, maar heeft de boodschap van de apostelen geloofd dat Jezus de waarachtige God en het eeuwige leven is.

Dr. Van Kampen heeft zijn grote kennis van de Griekse bijbeltaal aangewend om te laten zien wat Jezus nu precies van Zichzelf heeft gezegd. Het doel van de evangeliebeschrijving van Johannes komt daardoor dichter bij ons.

Diep inzicht
Het is de bedoeling van dr. Van Kampen dat de lezer met hem meeleest. In de inleiding wordt dan ook gezegd dat dit een boek is voor iedereen die kritisch met het Johannesevangelie wil meelezen en nieuwsgierig is naar de betekenis van bepaalde woorden en begrippen uit dit Bijbelboek. Wat dat meelezen met dr. Van Kampen betreft moet ik wel zeggen dat dit enig doorzettingsvermogen vereist. Het is een boekwerk van 400 bladzijden met kleine letter en voor het gemak te strak ingebonden.

Dit boek vereist dus aandacht en inspanning. Maar de lezer wordt er wel voor beloond. Zo is het mij althans vergaan. Het verrijkt je kennis van het Johannesevangelie en geeft je vooral een diep inzicht in hoe Jezus over Zichzelf dacht.

De vrij lange gesprekken die Jezus met wetsgetrouwe Joden heeft gehad, zijn dikwijls onbekend en wat moeikijk te begrijpen. Dr. Van Kampen brengt ze tot leven. Ze laten ons zien waar Jezus vandaan komt, Wie Hem gezonden heeft en wat Hij komt doen.

Ik vind het erg mooi dat door de verklaring van Griekse woorden steeds naar voren komt hoe Jezus over Zichzelf en Zijn boodschap dacht. Wat in Johannes 1:1 over Jezus is gezegd, namelijk dat Hij de Logos is, Die bij God was en God was, zien we terug in alles wat Jezus doet en zegt. In Johannes 8:57 verklaart Jezus: „Eer Abraham was, ben Ik.” Dr. Van Kampen zegt hiervan: „Waarom willen mensen (hedendaagse mensen, waaronder christenen) ontkennen dat hier een directe verwijzing is naar de Godsnaam, terwijl de tekst laat zien dat ook de Joden het als zodanig opvatten? Waarschijnlijk omdat men het niet waar wil hebben dat Jezus Zich hier met God vereenzelvigt.”

Boven en beneden
Zo staat het evangelie naar de beschrijving van Johannes vol met zaken waaraan de Joden zich toen stootten en waaraan de mensen ook nu zich ergeren. Jezus is niet van deze wereld. Het is zoals Hij zegt: „Gij zijt van beneden. Ik ben van boven. Gij zijt uit deze wereld, Ik ben niet uit deze wereld” (Johannes 8:23).

Dit klinkt door in het gehele evangelie van Johannes. Dr. Van Kampen karakteriseert deze woorden van Johannes helder en duidelijk: „Het doet er bijna niet meer toe waar een passage, hoofdstuk, over gaat. Steeds wil Johannes ons zeggen dat er een essentieel verschil is tussen boven en beneden, tussen het Godsrijk en de wereld; tussen gelovigen en ongelovigen en tussen kinderen van God die opnieuw geboren zijn en kinderen van de duivel die in deze wereld en diens leugens geloven.”

Dit is inderdaad kenmerkend voor de evangeliebeschrijving van Johannes. Je komt dit ook in zijn brieven tegen. Er loopt een diepe scheidslijn tussen kerk en wereld, tussen de kinderen van God en de kinderen van de duivel. Zo was dat in de tijd van de eerste christenen en zo is het ook nu nog. Het is een veeg teken wanneer kerk en wereld zo goed samen kunnen optrekken.

Het is verblijdend dat een hoogleraar zo onvoorwaardelijk buigt voor wat Johannes heeft geschreven en heeft bedoeld. Vanuit dit oogpunt is dit boek bijzonder waardevol. Is er dan helemaal niets op aan te merken? Er zijn wel enkele dingen. Dr. Van Kampen wil ruimte laten voor de gedachte dat iemand anders dan Johannes aan het evangelie heeft meegeschreven. Hij schrijft ook dat de christelijke gemeenschappen uit de eerste eeuwen elk op een bepaalde manier naar Jezus keken. Johannes zou dan uit een gemeenschap komen waar men Jezus’ godheid sterk benadrukte.

Gesloten deuren
Dr. Van Kampen verklaart het feit dat Jezus bij de discipelen binnenkwam toen de deuren gesloten waren vanuit de gedachte dat Jezus geen gewoon lichaam had, maar een soort verschijning was. Wij geloven dat Jezus met hetzelfde lichaam is opgestaan als vóór Zijn opstanding, alhoewel het andere hoedanigheden kende en er hier verborgenheden zijn die wij niet geheel kunnen bevatten. De nadruk op de gesloten deuren zegt meer over de situatie van de discipelen dan over het lichaam van Jezus. Er staat niet dat Hij niet door de deur is binnengekomen, maar aan welk soort discipelen Hij verscheen.

Enkele van deze zaken zijn wel aanvechtbaar, maar over het geheel genomen is dit boek een verrijking voor het verstaan van de evangeliebeschrijving van Johannes.

----

Boekgegevens
Jezus volgens Johannes. Meelezen met de evangelist, Lieuwe van Kampen; uitg. Royal Jongbloed, Heerenveen, 2016; ISBN 978 90 852 5052 4; 421 blz.; € 24,95.


De evangelist Johannes geeft in de eerste plaats een geloofsgetuigenis
Prof.dr. Riemer Roukema
Friesch Dagblad, 25 april 2017

Over wie of wat Jezus van Nazareth was, is het Johannesevangelie heel duidelijk: hij is God zelf. In zijn boek Jezus volgens Johannes laat Lieuwe van Kampen zien hoe de evangelist dit wil aantonen. Riemer Roukema bespreekt het boek.

Wie goed bekend is met de vier evangeliën van het Nieuwe Testament, weet dat het evangelie van Johannes nogal verschilt van de andere drie. Het verhaal van Jezus’ optreden, lijden, dood en opstanding wordt er nogal anders verteld, en Jezus heeft er met omstanders en leerlingen lange debatten die zo niet in de andere evangeliën zijn te vinden. Dr. Lieuwe van Kampen heeft nu op grond van de oorspronkelijke Griekse tekst een uitleg van dit uitzonderlijke evangelie geschreven. Het is bestemd voor wie geen Grieks kent, maar wel geïnteresseerd is in de betekenis ervan.

Van Kampen beoogt niet alle details uit te leggen, maar vooral de grote lijnen en die details die hij van belang acht. Zijn boek is bedoeld om in zijn geheel te worden gelezen, en dus niet alleen om te raadplegen voor een enkele passage. Het bevat een vertaling van het evangelie van Johannes die inzicht moet geven in de Griekse manier van zeggen en die dus niet altijd mooi Nederlands oplevert. Dat laatste was ook niet de bedoeling. Regelmatig zijn er alternatieve vertaalmogelijkheden tussen haken ingevoegd, wat in een normale Bijbelvertaling niet gebeurt, omdat daar altijd een keuze moet worden gemaakt. Van Kampen is onder meer Bijbelvertaler van beroep en dat blijkt ook uit de uitvoerige verantwoordingen van allerlei vertaalbeslissingen. Daarvoor is een boek als dit bij uitstek geschikt.

Van Kampen meent dat het evangelie van Johannes niet direct bedoeld is als een historisch verslag, wat tot uiting komt in allerlei ongerijmdheden in de tekst. De evangelist was volgens hem niet altijd geïnteresseerd in details van plaats en tijd en in het afronden van een gesprek, maar hij vertelt zijn verhaal vaak nogal schematisch. Soms geeft Van Kampen toe dat hij niet weet hoe hij bepaalde tegenstrijdigheden moet oplossen. Wel maakt hij goed duidelijk dat het evangelie is geschreven om de lezers en hoorders ervan te overtuigen dat in de persoon van Jezus niet zozeer een sympathieke rabbi is gekomen, maar het eeuwige Woord van God – de Logos. Het Woord dat bij God vandaan komt en zelf ook God is en het ware Leven kan geven. De auteur van dit evangelie geeft dus in de eerste plaats een uitvoerig geloofsgetuigenis waarvan hij ook zijn lezers en hoorders wil overtuigen, met als doel dat zij tot geloof in Jezus komen.

Ooggetuige
Consequent verklaart Van Kampen het hele evangelie vanuit de inleiding die getuigt van het goddelijke Woord dat als mens in de wereld gekomen is. Dit resulteert in een ‘orthodoxe’ visie op Jezus, zoals die later ook in geloofsbelijdenissen is verwoord. Van Kampen voelt veel voor de opvatting dat de schrijver van dit evangelie een ooggetuige was; want al is het geheel niet in de eerste plaats als een historisch verslag op te vatten, desondanks bevat het toch allerlei unieke details die historisch aandoen, alsof de auteur er zelf bij geweest is.

De ondertitel van het boek luidt: Meelezen met de evangelist. Bij het lezen dacht ik vaak dat de ondertitel ook wel had kunnen luiden: ‘Meelezen met Lieuwe van Kampen’, want dat is wat de huidige lezer eigenlijk doet. Er is veel van dit boek te leren, al is het niet bedoeld als een commentaar waarin je even iets kunt opzoeken. Toch is het natuurlijk niet verboden om bij één enkele passage even te kijken hoe Van Kampen die vertaalt en uitlegt.

Tijdsaanduidingen
Ondanks mijn waardering heb ik wel een paar kritische kanttekeningen. De vertaling is correct en geeft – zoals bedoeld – inzicht in de Griekse manier van zeggen. Maar dat in Johannes 1:39 ‘het negende uur’ is vertaald, is een onbegrijpelijke misser. Er staat echt ‘het tiende uur’. No ja, soks kin de master oerkomme.

Nu is de telling van de uren van de dag in het evangelie van Johannes een bekend probleem. Gebruikt de evangelist de Romeinse telling, waarin ‘het zesde uur’ wordt gerekend vanaf het midden van de dag, zoals wij ook doen? Of gebruikt hij de Joodse telling die begint bij het aanbreken van de dag? In dat laatste geval zou de Samaritaanse vrouw, die op het zesde uur naar de waterbron was gekomen, daar op het heetst van de dag verschijnen (Johannes 4:6). Dat is een gangbare uitleg, maar Van Kampen acht hier de Romeinse telling ook mogelijk. Vreemd, want bij andere tijdsaanduidingen (Johannes 1:39 en 19:14) gaat hij uit van de Joodse telling (Johannes 4:52 bespreekt hij niet).

Een misser is ook dat Van Kampen in zijn bespreking van Johannes 7 stelt dat het Joodse feest Vreugde der Wet direct na het Loofhuttenfeest wordt gevierd. Op zich klopt dat wel, maar het is pas in de middeleeuwen ingevoerd en dus kan dit feest niet voor de uitleg van het evangelie van Johannes worden gebruikt. Vreemd is ook dat Van Kampen Johannes de Doper beschrijft als de profeet Elia die de komst van Gods Zoon moest voorbereiden. Terwijl Johannes de Doper volgens Johannes 1:21 zelf zegt dat hij niet Elia is. Daarmee wordt de indruk gewekt dat de evangelist het kennelijk niet met die bestaande opvatting eens was. Zo blijkt: dit boek is niet foutloos en ondanks zijn omvang – 421 bladzijden – niet volledig. Maar dat geldt voor alle boeken die over de Bijbel worden geschreven. Als geheel is het een mooie leeswijzer bij het vierde evangelie die geïnteresseerde Bijbellezers kan bepalen bij het geheim van Jezus van Nazareth, die zoveel meer is dan een inspirerende rabbi.

Dr. Riemer Roukema is hoogleraar Vroeg Christendom aan de Protestantse Theologische Universiteit, vestiging Groningen.

Jezus volgens Johannes. Meelezen met de evangelist. Lieuwe van Kampen, Uitgeverij Royal Jongbloed, 24,95 euro